Stootplaten worden toegepast bij de overgang van vloer naar gebouw. In zettinggevoelig gebieden kan een verharding met bedrijfsvloerplaten op den duur gaan zakken. Door het hoogteverschil, dat ontstaat bij de ingang van het (zettingsvrije) gebouw, is comfortabel in- en uitrijden dan niet meer mogelijk. Aan de fundatie van het gebouw wordt een neus gestort op ca. een halve meter onder het maaiveld. De plaatrand steunt (middels oplegmateriaal) op deze neus. De rest van de plaat komt op de aangebrachte fundatie met legbed te liggen.